Cookie beleid R.K.V.V. Jeka

De website van R.K.V.V. Jeka is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Het Jumbo-gevoel van JEKA 15-2

Het Jumbo-gevoel van JEKA 15-2

JEKA JO15-2

2 - 3

Hardinxveld JO15-1

Competitie

Hoofdklasse B

Datum

19 september 2020 12:45

Scheidsrechter

Fred Mijnhijmer

Accommodatie

Onbekend

Door: Rolf Finders

In drie weken tijd trapte je 3460 kilometers weg. Je danste over woeste bergen, stortte je in roekeloze afdalingen en legde in één rit zelfs 4000 hoogtemeters af. Je heerste, je ploeg dicteerde en de gele trui ging steeds strakker om je lijf zitten. Je waande je al in de zevende hemel. Parijs was niet ver meer. Je zag de Eiffeltoren al liggen. Nog slechts één lullig tijdritje van een lachwekkende 36 kilometer en dan zat le chat in het bakkie. Je droomde al van het onthaal op de Champs-Élysées, fietsend over de rode loper die voor je werd uitgelegd. Lachend zij aan zij met je ploegmaten in de jaarlijkse, saaie status-quo-etappe, met een ellenlang voorspel waar werkelijk niemand opgewonden van raakt. Daarom is er ook alle tijd voor champagne tijdens de koers en kun je dolletjes maken met je tegenstanders die zich al wekenlang hebben neergelegd bij jouw ongekende suprematie. Je sponsor Jumbo liet zelfs al duizenden gele Jumbollen maken en Frank Lammers zou er - als zijn alter ego Ferry Bouman - honderden van xtc voorzien. ,,Da’s toch maar een grapje, jonguuuuuh.” Maar in de voorlaatste etappe, in die lullige, lachwekkende 36 kilometer, verging je het lachen. Het werd een helse solorit van pure zelfkastijding.

Een ontgoocheling in optima forma. Geen Formidable, maar Après toi. Jumbo-baas Frits van Eerd vrat na de onthutsende tijdrit spontaan honderd Jumbollen op en moest Ferry Bouman ervan weerhouden om je niet met een paar bakstenen om je nek in de Seine te laten flikkeren. ,,Geen grapje, jonguuuuuh.” Je struikelde op de valreep. Plat op je bek. Daarna - een slapeloze nacht later - moest je nog wel verplicht rondjes fietsen langs de Arc de Triomphe. Maar zonder triomf. Geen 1, maar 2. Geen goud, geen geel. Na 3460 kilometer, 21 etappes en 87 uur, 21 minuten en 4 seconden was het over en uit. De Deceptie van het Jaar draagt jouw naam: Primoz Roglic.

Zo, deze lekker overdreven aangezette aanloop had ik even nodig om onze nederlaag in de laatste minuut tegen Hardinxveld JO15-1 (2-3) een plekje te geven. Ja, soms is schrijven best heel therapeutisch (ik hoop het lezen van dit verhaal ook). Ik heb er echt even ruim de tijd voor genomen, onderwijl kijkend naar comateuze testbeeldwedstrijden als Ajax-RKC, Feyenoord-FC Twente en PSV-Emmen. Plus een aflevering van Love Island. Dat laatste hielp enorm om mijn hersens volledig op non-actief te zetten. Want wat verdienden wij zaterdag meer dan het trieste slot tegen Hardinxveld. Nee, we speelden zeker niet ons allerbeste voetbal, maar de wilskracht compenseerde het gebrek aan zorgvuldigheid dubbel en dwars.

Waar we in de voorgaande wedstrijden, met tegenstanders uit de eerste, tweede en vierde klasse, nog alle tijd kregen om een bal aan te nemen, ons shirtje nog even recht te trekken, de veters te strikken, naar paps en mams te zwaaien en nog een appje te versturen, is dat op hoofdklasseniveau een heel ander verhaal. Hier gaat het van: aannemen. BAM! Tijd? Die krijg je niet. Dus moet je slimmer zijn. Voetbal is net schaken je moet op dit hoge niveau een paar stappen vooruit denken. Voordat je de bal krijgt, moet je weten wat je mogelijkheden zijn. En niet: ‘O, daar is de bal. Wat zal ik er nu eens mee doen?’ Want voordat je bij het woord ‘doen’ bent aanbeland, heb je al geen idee meer waar de bal is. Laat staan je tegenstander.

Dat vooruit denken, deden wij in de eerste tien minuten overigens fantastisch. Onze gasten uit Hardinxveld-Giessendam, die in de beker zelfs derde divisionist ASWH met 5-2 hadden geklopt, liepen in die eerste 10 minuten alleen maar achter ons aan. We lieten de bal sneller rondgaan dan Hugo de Jonge mondkapjes kan leveren. Het was een genot om naar te kijken, te vergelijken met de Jumbo-ploeg in de eerste negentien etappes van de Tour de France. En het leverde ons in de zesde minuut ook een meer dan verdiende voorsprong op. Maestro Mees lepelde een vrije trap met magistraal gevoel precies achter de laatste linie van Hardinxveld, waarna dekselse Oskar (vier koppen kleiner dan hun centrale man) het duveltje uit het bekende doosje was. Hij zette zijn hoofd er tegenaan en knikte binnen: 1-0.

Ik dacht, à la Barry Stevens: vooral doorgaaaaaaaan! Maar dat deden we niet. Sterker nog: zeven minuten later was het 1-1. Het was de eerste de beste aanval van Hardinxveld, dat tot die treffer net zo gevaarlijk was geweest als een gemuilkorfde pitbull aan de ketting. Wel grommen, niet bijten. Maar ineens lag de bal in ons netje. Voorzet van rechts, spits naar de eerste paal, pats. Volkomen tegen alle verhoudingen in, maar dat telt niet in de sport. Wat wel telt, is hoe je hier als team mee omgaat. Knakt die plotselinge treffer je? Of niet? Nou, het was een tik.

Een forse dreun zelfs. We waren van slag en nauwelijks vier minuten telde ik de 1-2 al. Scrimmage voor ons doel. Tik, trap, been, bal…. Van de lijn! Weg! Vrouwen en kinderen eerst! We ontsnapten. Geluk is ook een belangrijke factor voor succes. Onze dappere krijgers gaven niet op. Van Rambo Bram tot Flitsende Floris, van Maestro Mees tot Dappere Daan en van Lepe Loek tot Turbo Thom. Iedereen speelde met het mes tussen de tanden en met een passie waar ze bij Ajax, Feyenoord en PSV (gebaseerd op de wedstrijden van het afgelopen weekend) en Love Island (verstand op nul, zwoele blik op oneindig) een vette punt met uitroepteken aan kunnen zuigen. Zelfs toen we in de 41 e minuut op achterstand kwamen door een treffer die – als er een VAR was geweest – al binnen vijf seconden was afgekeurd, braken we niet.

Onze katachtige Freek had zijn hand na twee fantastische reddingen op rij op de bal, maar de aanvaller van Hardinxveld schopte hem er gewoon onderuit. Dat mag niet, vonden wij. Dat kan wel, vond de scheids. Doelpunt, 1-2. Balen. Tijd om er wat extra brandstof in te gooien. Aanvalluuuuuuuh! Trainer Bas dirigeerde ons voetballende Metropole Orkest naar voren. Aansluiten, doorschuiven, druk zetten. Geen wals meer, maar up-tempo. Meer blazers! Meer trommelaars! Meer actie! Full power vooruit! Een soort van Vijfde Symfonie van Ludwig van Beethoven moest het worden. Ta-ta-ta-taaaaaaaa. Ta- ta-ta-taaaaaaa. Rammen. Knokken. Gaan! En we gingen. Met lef. Met passie. Met goed voetbal.

Hardinxveld kraakte en trok steeds vaker onbesuisd aan de noodrem, waardoor de ene na de andere speler van ons tegen de grasmat kwakte. Maar echte krijgers staan op. Wij ook. We will rock you! Eerst kopte Floris, na een prachtige bal van Sven, de bal nog in de handen van de doelman. Maar één minuut later viel dan toch de verdiende gelijkmaker na de zoveelste botte overtreding op ons. Vrije trap, metertje of twintig van het doel. En wie anders dan de Michel Platini van ons team zette zich achter de bal: Mees. Hij keek en bestudeerde het muurtje. Twee mogelijkheden. Rechts eromheen, maar daar stond hun nummer 4 die zo’n 1,90 meter langs was. Of met rechts gewoon links erlangs, waar de kleinere boys stonden. Het werd links, met de dodelijke precisie van een scherpschutter, mooi wegdraaiend naar de paal, weg van de doelman: 2-2 na 53 minuten. Wat nu? Consolideren en een punt over de streep trekken? Of: d’r op en d’r over? We kozen voor het laatste.

Een terechte keuze overigens, want Hardinxveld leek toch echt rijp voor the final countdown. Onze toeschouwers moedigden ons aan en stuwden de boys nog meer naar voren. Het was maar goed dat FOX Sports niet op bezoek was, want dan had premier Rutte al veel eerder zijn historische, hoogdravende, subtiele woorden kunnen uitspreken: ,,Gewoon je bek houden!” Helaas viel onze bek in de laatste minuut vooral van ontzetting open. We hadden te veel mensen voor de bal toen Hardinxveld counterde. Het zal toch niet? Nee, nee, nee… Ja, het gebeurde wel: 2-3. Tik, dreun, klap, knock-out.

Verslagen in de 70 ste minuut. Eervol, dat zeker. Maar een sporter voelt dat op zo’n moment absoluut niet zo, ook al is ie pas 12 of 13. Die baalt, die treurt, die vloekt, die wil naar huis. Zalvende woorden en een dik verdiend klaterende applaus zijn dan zeker fijn, maar helpen na zo’n deceptie net zoveel als een pleister bij een dubbele beenbreuk. Want verliezen in de laatste minuut, dat doet nu eenmaal pijn. Dat komt keihard aan. Dan is het ineens herfst op een stralende, zonnige zaterdag. Maar ja, wie niet relativeert, die blijft heel zijn leven in de doffe ellende hangen. En dat is een 2-3-nederlaag nu ook weer niet waard. Dus daarom boys: het kan altijd erger. Heel veel erger. Denk maar aan Primoz Roglic.

Rolf Finders Voetbalvader

Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!